Boek
Oratie Religiestudies van 13 maart 2009
De Bijbel maakte zijn spectaculaire entree in de geschiedenis der Nederlanden in het jaar 754, toen Bonifatius het evangelie boven zijn hoofd hield om een bijlslag af te weren. Nadien is de Bijbel voor allerlei doeleinden gebruikt en misbruikt: als magisch voorwerp tegen blikseminslagen, als legitimatie om Joden te vervolgen, kruisvaarten te organiseren, scholen te stichten en ziekenhuizen te bouwen. Het gewone volk begon de Bijbel te lezen vanaf het verschijnen van de Delftse Bijbel in 1477. Echt wetenschappelijke interesse ontstond pas toen de historische kritiek in de negentiende eeuw zijn intrede deed. De periode vanaf 1965 wordt gekenmerkt door secularisatie, volksatheïsme, de strijd tussen vrijzinnigheid en conservatisme, tussen moderniteit en postmoderniteit en de opkomst van de Islam. Na een kortstondige opleving van Bijbels georiënteerd engagement in de jaren zeventig en tachtig, dreigde de Bijbel aan het begin van de 21ste eeuw te vervallen tot vrijblijvend erfgoed. In deze oratie wordt betoogd dat de Bijbel door zijn zelfkritisch mechanisme identiteitsbepalend is en thuishoort in het centrum van de Nederlandse cultuur.
Patrick Chatelion Counet is bijzonder hoogleraar De Bijbel in de Nederlandse Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam. De leerstoel is ingesteld vanwege de Stichting Bijbels Museum, mede ondersteund door de NCRV.
«
Boeklezers.nl is een netwerk voor sociaal lezen. Wij helpen lezers nieuwe boeken en schrijvers ontdekken, en brengen lezers met elkaar en schrijvers in contact. Meer lezen »
Er zijn nog geen recensies voor dit boek.