Nederland telt zo’n 80.000 deeltijdstudenten. En nu het slechter gaat met de economie, wordt verwacht dat nog veel meer mensen een parttime studie gaan volgen.... » 

Nederland telt zo’n 80.000 deeltijdstudenten. En nu het slechter gaat met de economie, wordt verwacht dat nog veel meer mensen een parttime studie gaan volgen. Maar waar vind je de beste opleidingen, die echt aansluiten op werkervaring? Om die vraag te beantwoorden, is er nu voor het eerst een speciale editie van de Keuzegids Hoger Onderwijs: de deeltijdgids 2009. Op 7 april verschijnt hij. Wat staat er zoal in? Een tipje van de sluier.

Er bestaan al heel wat gidsen en websites voor scholieren die een fulltime bacheloropleiding willen kiezen. Wij van de stichting HOP maken er zelf ook een. Maar wie naast werk of gezin een deeltijdstudie wil gaan volgen, kon tot nu toe niet zo makkelijk antwoord vinden op de vragen die juist voor de parttime student van belang zijn.

De nieuwe Keuzegids 2009 Deeltijdstudies brengt hier verandering in. Deze gids vergelijkt en beoordeelt meer dan 800 bacheloropleidingen die in deeltijd gevolgd kunnen worden, en gaat systematisch in op de volgende vragen:

• Even voorstellen: de deeltijdstudent. Wie kiezen er voor een deeltijdopleiding? Dat verschilt wel wat per studie. Maar toch zijn er veel overeenkomsten. De helft is boven de dertig, en meer dan driekwart moet de studie combineren met een baan of huishouden. De deeltijdstudent stelt daarom ook bepaalde eisen aan een opleiding. Goed bereikbaar, lessen liefst in de avond of op zaterdag, en onderwijs dat aansluit bij de opgedane werkervaring.
• Knelpunten bij deeltijdopleidingen. Niet alle universiteiten en hogescholen houden rekening met de parttime student. Dat begint bij het opleidingsaanbod. In lang niet alle studierichtingen worden deeltijdstudies aangeboden; en soms zijn er in heel Nederland maar één of twee aanbieders. Verder zijn er opleidingen die wel deeltijd heten, maar die amper rekening houden met de doelgroep. Je moet overdag aanschuiven bij colleges van de voltijdopleiding en wordt daar behandeld als een kleuter – zo voelt het althans.
• De arbeidsmarkt na een deeltijdstudie. Een stapje hogerop komen: dat is voor veel mensen hèt argument om een deeltijdopleiding te zoeken. In deze Keuzegids vind je hierover vitale informatie per vakgebieden: krijgen de afgestudeerden van deeltijdopleidingen banen op hbo- of wo-niveau? Krijgen ze een behoorlijk salaris? En wat zijn de kansen op werk in de komende jaren? Op grond van gegevens van het gezaghebbende Researchinstituut Onderwijs en Arbeidsmarkt geeft de Keuzegids deeltijdstudies antwoord op die vragen.
• De kosten van deeltijdstudies. Wat moet dat kosten? Een belangrijke vraag voor degenen die zelf de kosten van hun deeltijdopleiding moeten dragen, en anders voor werkgevers. Er zijn al verschillen tussen de gesubsidieerde hogescholen en universiteiten. Sommigen rekenen voor 30-plussers flink hoge tarieven, tot 2600 euro per jaar; bij andere ben je al klaar voor duizend euro. En bij de commerciële instellingen zijn de verschillen nog groter: de tarieven variëren van duizend tot meer dan 7000 euro per jaar. En dan heb je ook nog bijkomende kosten voor studiemateriaal. In de Keuzegids Deeltijdstudies brengen we al die kosten in kaart.
• Hoeveel tijd kost zo’n deeltijdopleiding? Ook dit wil je natuurlijk weten. Hoeveel middagen of avonden ben je kwijt? Hoeveel uur per week moet je aan de studie besteden? Hoeveel jaar moet het alles samen gaan kosten. En: haken er tussentijds veel of weinig studenten af? Over al deze punten is voor de Keuzegids Deeltijdstudies research gedaan, en de resultaten worden in handige tabellen gepresenteerd.
• Waar vind je de beste opleidingen? Als je al die tijd en moeite in een opleiding wil steken, dan wil je daar ook graag kwaliteit voor terug. In de Keuzegids Deeltijdstudies wordt de kwaliteit van ruim 500 opleidingen die meer dan een handvol studenten hebben, systematisch in beeld gebracht. De gids baseert zich op studentenoordelen die nog nooit eerder gepubliceerd zijn, op studiestatistieken en op gegevens uit visitatie- en accreditatierapporten. Deze aanpak is al jaren bekend uit onze voltijdgi «