Boek
“Mijn stiefmoeder heeft me gewoon bij mijn familie vandaan gehouden. Dat kán toch niet?” zegt mijn ene beppe.Ik ben naar haar moeder vernoemd, de geheimzinnige en onbekende Catharina. Wat zou het haar tot tranen toe geroerd hebben als ze geweten had wat ik nu weet: dat de familie van haar moeder haar, het ouderloze kind, graag in hun midden had opgenomen. Als dat was gebeurd, was ik er niet (in elk geval niet in dit samenstel van genen) geweest.“Het koude handje van het meisje in de wieg zal ik nooit vergeten”, zegt de andere beppe.Terwijl ik als tienjarige met haar van Harkema naar Surhuisterveen fiets, ben ik bezig met de kermis en de patat die we daar zullen eten. Kon ik het overdoen, dan zou ik zóveel vragen: over het meisje, hoe ze terugkeek op haar jeugd en of ze wist wie Jan Dalstra werkelijk was.Ik ben midden veertig als ik me realiseer dat mijn ouders niet het eeuwige leven hebben en dat ook hun verhalen op het punt staan te verdwijnen. We doen daarom een rondje Friesland: een tocht langs de plaatsen van hun jeugd. Dit roept sprankelende herinneringen op. “Heit zou al die mooie verhalen eens moeten opschrijven,” zeg ik. Hij gaat in stilte aan de slag en schrijft een jaar lang intensief aan zijn “Oantinkens.” Na zijn plotselinge dood reconstrueer ik het leven van de grootvader die zoveel invloed op hem had, mijn overgrootvader Folkert Lautenbach, de duvel fan Kûkherne. De mentaliteit van de vrijgevochten Wâldsjer, die zelf baas wil zijn, spat van hem en al die andere voorouders af. Geconfronteerd met macht en autoriteit gaan ze het gevecht niet uit de weg, maar lijken het soms juist op te zoeken.Bij het schrijven van al deze en andere familiegeschiedenissen bouw ik voort op alles wat voorgaande familieleden bewaard, gekoesterd of opgeschreven hebben. Ik ben hen allen dankbaar voor dit materiaal. Daarmee leg ik het mozaïek van de levens van mijn voorouders, vertel ik – tegen de achtergrond van hun tijd - over hun liefdes, verdriet en lotgevallen. Lang na hun dood klinken hun stemmen door en rijzen hun karakters op uit de verhalen in dit boek. Catharina Lautenbach is in 1964 geboren in Drachten als vierde kind van Folkert Lautenbach en Heap Booi. Na de middelbare school woonde ze als uitwisselingsstudent een jaar in Noorwegen en studeerde vervolgens rechten in Groningen. Na vijftien jaar gaf ze een wending aan haar juridische loopbaan en maakte een overstap naar beleidsadvieswerk op het gebied van Personeel en Organisatie. Ze houdt van jongs af aan van schrijven; talloze verhalen zagen het licht en verdwenen vervolgens in de la. De familieverhalen zijn dit lot bespaard gebleven. «
Boeklezers.nl is een netwerk voor sociaal lezen. Wij helpen lezers nieuwe boeken en schrijvers ontdekken, en brengen lezers met elkaar en schrijvers in contact. Meer lezen »
Er zijn nog geen recensies voor dit boek.