Na alles gezien te hebben in de popscene en overal gespeeld te hebben, van de chique nachtclub in München tot het buurtkroegje op Texel, vond profmuzikant Wiet ... » 

Na alles gezien te hebben in de popscene en overal gespeeld te hebben, van de chique nachtclub in München tot het buurtkroegje op Texel, vond profmuzikant Wiet Bliemert (1952) het tijd worden om deze gebeurtenissen op papier vast te leggen. Op humoristische en relativerende wijze doet hij verslag van 40 jaar wel en wee in tientallen bands, variërend van pop-, rock-, jazz-, tot amusementsmuziek.

Zijn fraaie verhalen en grappige voorvallen geven een scherp beeld van de sterk veranderde muzikantenwereld vanaf de pioniersjaren '60 tot nu.

Bliemert vertelt hoe het is om met muzikanten van diverse pluimage te werken, knettergekke freaks, geniale muzikanten, dromers, nietsnutten en beroemdheden.

Zijn passie brengt hem tot een voortdurende zoektocht naar de ideale formatie, het lekkerste instrument en de eeuwige roem. 35 bands later kan de conclusie in elk geval zijn dat hij één van de zeer weinigen uit de scene is, die nog steeds van zijn passie kan leven. «