Boek
Op de Eerste Pinksterdag van 2010 komt Tonio van der Heijden, het enig kind van A.F.Th. van der Heijden en Mirjam Rotenstreich, bij een verkeersongeval om het leven. Het is vroeg in de ochtend als hij, ter hoogte van het Vondelpark in het centrum van Amsterdam, wordt geschept door een auto. Hij wordt in kritieke toestand naar het Academisch Medisch Centrum vervoerd, waar hij diezelfde dag aan zijn verwondingen overlijdt. Tonio zal niet ouder worden dan 21 jaar.A.F.Th. van der Heijden doet het enige waar hij op dat moment toe in staat is: in zijn herinnering graven, aantekeningen maken, schrijven. Daarbij voortgedreven door twee dwingende vragen: wat gebeurde er met Tonio in de laatste uren en dagen voorafgaand aan de ramp, en hoe kon dit ongeluk plaatsvinden? Een zoektocht naar het wat en het hoe, die leidt langs verschillende ooggetuigen, vrienden, politiemensen, artsen en het mysterieuze meisje Jenny, dat in de laatste weken van Tonio s leven een cruciale rol blijkt te hebben vervuld.Tonio vormt de neerslag van die zoektocht. Een nauwgezette reconstructie van een jongensleven en een radeloze queeste naar zin en betekenis. «
Boeklezers.nl is een netwerk voor sociaal lezen. Wij helpen lezers nieuwe boeken en schrijvers ontdekken, en brengen lezers met elkaar en schrijvers in contact. Meer lezen »
In deze roman laat de schrijver ons bondgenoot worden van zijn diepste zielsberoeringen ivm een tragische gebeurtenis dat heeft plaatsgevonden nl de de dood van zijn zoon. Hij laat ons toe een kijkje nemen hoe een gezin dit doorspartelt.
Het is sereen geschreven, gespekt met grappige anekdotes, maar zonder melig te worden. Door dit boek te schrijven heeft hij een deel van zijn verdriet kunnen afschrijven, maar het blijft moeilijk om de dood van een kind te verwerken.
Ik denk dat we allen beseffen, dat hij een subliem eerbetoon en één van zijn beste boeken heeft geschreven, maar hij heeft wel zijn zoon verloren. En dat geeft me bij het lezen toch een wrang gevoel. Maar het blijft een aangrijpende roman vol rauwe emoties.
Maar van één ding ben ik wel zeker, Tonio zou trots geweest zijn.