Het Rijksmuseum ontleent zijn faam vooral aan de grote collectie Nederlandse meesters uit de zeventiende eeuw. Die 'Hollandse School' vormt de bakermat van tal ... » 

Het Rijksmuseum ontleent zijn faam vooral aan de grote collectie Nederlandse meesters uit de zeventiende eeuw. Die 'Hollandse School' vormt de bakermat van tal van toen nieuwe genres, waarmee kunstenaars tegemoet wilden komen aan de smaak van de snel rijker wordende burgerij.
Zo legde Hendrick Avercamp zich toe op winterlandschappen, Floris van Dijck op stillevens, Frans Hals op portretten en Jacob van Ruisdael en Aelbert Cuyp op de weergave van het Hollandse landschap.
Pieter Saenredam excelleerde in de schildering van kerkinterieurs en Pieter de Hooch en Johannes Vermeer dankten hun roem aan de weergave van het binnenhuis. Jan Steen verwierf een spreekwoordelijke faam als schilder van familietafereeltjes. En dan was er natuurlijk Rembrandt, de meester van het lichtdonker, de onvergelijkbare, voor wie de meeste bezoekers naar het Rijksmuseum komen. In deze agenda komen ze allemaal bij elkaar:
topstukken uit de wereldberoemde collectie van het Rijksmuseum.

«