Verhalen over feeën en elfen hebben mensen al eeuwenlang gefascineerd. Velen hebben beweerd ze gezien te hebben, maar er is nog nooit iemand geweest die zoveel ... » 

Verhalen over feeën en elfen hebben mensen al eeuwenlang gefascineerd. Velen hebben beweerd ze gezien te hebben, maar er is nog nooit iemand geweest die zoveel bewijzen voor hun bestaan heeft kunnen verzamelen als de schrijfster van dit boek, Cicely Mary Barker

Cicely Mary Baker beschrijft haar verblijf in Bartons, waar ze in het huisje van haar vriendin Edith logeert. Gedurende haar verblijf ontdekt ze allemaal vreemde dingen in en rond het huis en de tuin. Op een dag vindt ze op het tuinpad piepkleine voetafdrukjes die noch van een mens noch van een dier kunnen zijn en hoort ze gezang als het geluid van belletjes in de tuin. Ze begint informatie te verzamelen over “het kleine volkje”, dat bestaat uit allerlei soorten feeën. Met name de Bloemenkinderen fascineren haar zeer, omdat ze veel met de natuur te maken hebben, die Cicely zo graag tekent en schildert. Ze vindt steeds meer sporen die er op wijzen dat ze niet alleen is in het huis van haar vriendin en ze raakt er al snel van overtuigd dat de Bloemenkinderen echt bestaan en dat ze overal om haar heen zijn. Zal ze er ooit eentje tegenkomen?

Dit persoonlijke dagboek van Cicely staat bol van magie. De vele bewijzen die zij verzameld heeft voor het bestaan van de Bloemenkinderen, zullen zelfs de meest sceptische lezer aan het twijfelen maken…
«