Boeklezers.nl is een netwerk voor sociaal lezen. Wij helpen lezers nieuwe boeken en schrijvers ontdekken, en brengen lezers met elkaar en schrijvers in contact. Meer lezen »
De cultuur van mijn taal Sarnami
De leraren op de lagere school hadden moeite met mijn moedertaal Sarnami als ik het op school gebruikte, (want Nederlands is de voertaal in Suriname) maar dat stoorde mij niet. Ik wist alleen dat het niet netjes was om een ander taal opschool te praten dan Nederlands. Toen ik op de Kunstacademie zat, ontmoette ik meneer Mustafa Nabibaks. Hij was redacteur van het tijdschrift Bhásá / taal. Het doel van dit tijdschrift was om het Sarnami, dat langzaamaan gestalte begon te krijgen in schrijfvorm, te vorderen. Nederlandse taal was om in te schrijven, Sarnami was om te praten, zo had ik voor mij zelf een onderscheid gemaakt.
Ik vond het schrijven in de Sarnami-taal vreemd. Waarom hebben mensen er zoveel voor over om hun taal te doen leven, terwijl je makkelijk een andere taal kan aannemen. Taal is toch alleen maar een middel om elkaar te begrijpen? dacht ik. Wat maakt het nou uit welke taal het is? Meneer Nabibaks vond mijn Nederlandse gedichten mooi, maar de vraag was naar Sarnami gedichten. Ik had wel Hindi gedichten in huis, want dat ik geschreven onder invloed van de Bollywood film Kabhie-Kabhie.. Wanneer de acteur Amitah Bachchan zijn gedichten voordroeg, begonnen de harten van de vrouwen in de bioscoop sneller te kloppen. Dat soort gedichten is niet moeilijk om te schrijven, dacht ik. Gewoon aan je geliefde vertellen wat je voelt voor hem of haar.
Maar Meneer Nabibaks dacht er anders over en zette mij aan het werk. 'We hebben in Nederland Jit Narain en Chitra Gajadin. Maar wij willen ook een Sarnami-dichter hier in Suriname.' Drie maanden had ik barstende hoofdpijn van dat ding dat Sarnami heet, en toen - opeens - op een zonnige ochtend lagen er zoveel Sarnami gedichten, overal waar ik mijn handen legde. Mijn boek Ghungru tut gail/ de rinkelband is gebroken werd de eerste Sarnami bundel geschreven door een (toen nog) in Suriname wonende auteur.
Inmiddels heb ik ingezien dat het belangrijk is je voor een taal in te spannen; dat een moedertaal een stuk cultuur van jezelf is. Dat levend houden is een stukje cultuur bewaren voor je nageslacht. Stel dat onze voorouders laks waren geweest met hun cultuur en niets ervan aan ons hadden overgedragen, dan hadden wij vandaag de dag geen cultuur. Wat is een mens zonder cultuur die haar van haar wortels vertelt?
Candani 2001